(2) digitale competenties: aandachtspunten

  1. aansluiten bij de behoeften van individuele leerkrachten (die afhankelijk zijn van onderwijsvisie, houding ten aanzien van en fase van ict-gebruik en persoonlijkheidskenmerken) om minimale digitale vaardigheden bij te brengen
  2. geregelde aandacht voor het concrete ict-gebruik in de klas, zowel door voorbeelden en demonstraties als in de vorm van gelegenheid tot oefenen en uitproberen
  3. inzicht verwerven in hoe ICT didactisch ingebed kan worden
  4. stelling nemen omtrent instrumentele vaardigheden van leerlingen
  5. zorg voor continuïteit: als de ICT-coördinator wegvalt moet iemand kunnen overnemen (aanspreekpunt). De voortgang van ICT mag niet afhankelijk zijn van één persoon.
  6. zorg voor continuïteit: zowel de ICT-coördinator als het ICT-aanspreekpunt geven op geregelde tijdstippen coaching naar de leerkrachten toe. Op die manier wordt er getracht om de leerkrachten bij te brengen wat er aan ICT-mogelijkheden bestaat, om het de leerkrachten gemakkelijker te maken ICT-toepassingen te vinden, om de leerkrachten zelfzekerder te maken bij de ICT-toepassingen
  7. samen activiteiten met ICT ontwerpen om het collaboratief leren aan te moedigen
  8. er wordt beleidsruimte aan leraren gegeven om met ICT te experimenteren
  9. coachingen georganiseerd m.b.t. de onderwijskundige integratie van ICT in de actuele praktijk
  10. de digitale competenties worden op geregelde basis geëvalueerd en bijgestuurd
  11. er is ruimte voor permanente vorming voor ICT-coördinator
  12. de ICT-coördinator ondersteunt het veranderingsmanagement m.b.t. ICT voor de directeur